Van hier naar La Paz

22 maart 2016 - Rurrenabaque, Bolivia

In Potosí zijn we 2 nachten gebleven. Deze stad staat bekend om haar zilvermijnen en om haar ligging, het is namelijk de hoogste stad van de wereld. Ooit, in lang vervlogen tijden, was het zelfs de rijkste stad van Zuid-Amerika. Daar is, op de mooie koloniale gebouwen midden in het centrum na, niks meer van over. Ik heb een excursie gedaan naar zo een mijn. Erg indrukwekkend op zowel negatief als positief vlak. Je kunt je gewoon niet voorstellen hoe die mensen zo hebben kunnen werken en nog steeds werken in het donker, de benauwdheid en de stoffigheid. Het was soms niet te doen. Dit was ook de reden waarom Shell deze excursie aan hem voorbij liet gaan. En dat snapte ik. Maar mijn nieuwsgierigheid en interesse waren dusdanig groot dat ik het er voor over had om 2 uur lang kortademig te zijn. Shell die was ondertussen door de stad aan het slenteren en mooie kiekjes aan het schieten. Bezocht Casa de la Moneda, waar ze vroeger van het zilver uit de mijnen de munten sloegen. Zo hebben we allebei op onze eigen manier dezelfde cultuur gesnoven.

In Sucre verbleven we bijna een week. Sucre is de hoofdstad van Bolivia. Mocht je altijd gedacht hebben dat dat La Paz was; join the club. Wij dachten dat ook. Maar de fout is gauw gemaakt, want het is de grootste stad met de meeste inwoners en de regering zit er. Ik dacht eerst he wat raar, maar dat hebben wij in Nederland natuurlijk ook. Stom! Dat vergeet je soms. Maar goed Sucre is dus de hoofdstad en ze doet haar titel goed recht. Het centrum mag er wezen. Er zijn veel mooie pleinen met goed onderhouden perkjes en ook hier ben ik te spreken over de architectuur. We hebben alleen niet veel gedaan. Nou ligt het eraan wat je verstaat onder "niet veel gedaan". We hebben namelijk wel veel spaans geleerd, maar we zijn lichamelijk niet heel actief geweest. Dat bedoelde ik eigenlijk. Maar onze hersens daarentegen hebben het zwaar te verduren gehad. 5 dagen, 4 uur lang spaanse les gehad + huiswerk. Of we het al vloeiend spreken...?! Nee. Maar we hebben het vervoegen van de werkwoorden wel dik onder de knie. En om nog even extra te pochen, that's the hardest part. Als 2 brave scholieren hebben we elke dag netjes ons huiswerk zitten maken op het plein en bij elk foutje dat de juf corrigeerde extra hard zitten balen. Was ik maar zo ijverig geweest in de puberteit dan had ik tenminste nog... Ach laat ook maar. Dat is el pasado. Onze laatste dag in Sucre zijn we nog naar een begraafplaats geweest. Ik hoor jullie al denken; hmm waarom?! Gewoon. Omdat het een mooie begraafplaats is en wij kunnen dat beamen. Daarna zijn we weer op dat plein gaan zitten, waar we ons huiswerk maakten. Je had daar veel (zwerf)kindjes die kwamen bedelen. Op een gegeven moment kwam Veronica, die trouwens niet bedelde, in haar roze joggingspak naast ons zitten en vroeg als eerst hoe ik die krulletjes in mijn haar kreeg. Ik probeerde haar uit te leggen dat ik daar niks voor hoefde te doen, maar dat geloofde ze niet. Na mijn hoofd grondig onderzocht te hebben, legde ze zich er bij neer met nog steeds een soort van ongeloof. En plotseling stelde ze de vraag: "Douche jij weleens? Ga jij weleens in bad?" En ik denk wat is dat nou weer voor vraag. Maar ik zeg: "Ja, hoezo?" Gaat ze met haar nageltje langs mijn huid en zegt: "Hoe komt het dan dat je zo zwart bent?" Hahaha. Ja ik vond dat wel heel grappig en schattig, want ze snapte het ècht niet. Ik probeerde haar uit te leggen dat dat komt door de zon, maar vooral door mijn Afrikaanse roots. Maar ze wist nog maar net dat zij in Bolivia woont en dat dat in Zuid-Amerika ligt, dus ook dat was moeilijk te begrijpen voor haar.

Na een slapeloze nachtbusrit van 10 uur kwamen we aan in Cochabamba. Ook leuk. Ook mooi. Maar niet heel bijzonder, behalve het beeld van Jezus Christus wat groter is dan dat van Rio de Janeiro. Op de dag dat we hem wilde bezoeken, was de lift gesloten. We hadden de optie om de trap te nemen, maar tegen 1200 treden zeggen we AJÚ!

En toen kwam La Paz, de niet-hoofdstad van Bolivia, maar wel de plek waar alles gebeurt. Het binnenrijden is al een attractie opzich. Je komt vanaf boven aangereden en kijkt zo neer op deze onmenselijk grote stad en daarna maak je een slingeren naar beneden en rij je door de chaotische files naar het busstation. Ook in de avond met alle lichtjes aan is dit ritje van boven naar beneden een belevenis. Wat deze stad nou zo mooi maakt is zijn ligging in de vallei en de huizen die lijken te zijn vergroeid met de bergen. Je hebt hier van alles om te doen en te zien, dus vervelen is geen optie. Je hebt 3 van die grote, ik noem ze maar even ski-liften die je kunt pakken voor de fun, maar die ook gewoon gebruikt worden als openbaar vervoer. Natuurlijk heb je marktjes, waaronder een heksenmarkt waar ze van alles verkopen voor allerlei ritueeltjes, zelfs babylama-lijkjes. Je kunt naar een Bolivian wrestlingshow. Zijn we geweest, het was niet om aan te zien zo erg schaamden we ons dat we kaartjes hadden gekocht voor dit. Het was zo niet grappig dat we er achteraf nog steeds niet om kunnen lachen. We zijn een hapje gaan eten bij een restaurant genaamd Sol y Luna waarvan de eigenaar Nederlands is. (Daar heb je trouwens een aantal van in Bolivia, restaurants met Nederlandse eigenaren.) We zijn laaiend enthousiast over de goedlopende zaak met live muziek. De kaart is internationaal en is onder andere voorzien van hutspot, patatje oorlog, surinaamse roti, gado gado, bittergarnituur en stroopwafel voor bij de koffie. Het was vrij duur voor Boliviaanse begrippen en onze portemonnee, maar we hadden het er voor over om ons even te wanen in ons eigen landje midden in het centrum van La Paz. Hetgeen waar de meeste toeristen voor naar La Paz komen, is iets wat wij heel bewust niet van te voren aan onze ouders hebben verteld dat wij dat gingen doen. Mountainbiken over the Death Road. Ja de naam zegt het al, de gevaarlijkste weg van de wereld, waar trouwens geen auto's meer mogen rijden vanwege de vele ongelukken. Maar jullie zien het, we hebben het overleefd en het was echt fantastisch. Een beetje eng wel, maar minder eng dan we van te voren gedacht hadden. En het uitzicht over het prachtige berglandschap kregen we er gratis bij. Bij het eindpunt van de intensieve fietstocht, kregen we een uitgebreide lunch en konden we ook zwemmen. De tour was geslaagd en aan zijn eind, de groep ging zonder Shell en mij per busje terug naar La Paz en wij gingen vanaf hier verder naar Coroico. Het plaatsje waarvan we hadden gehoopt dat het wat warmer zou zijn, maar helaas moesten we hier nog steeds onze "dikke" kleren aan. We hadden wel besloten om het wat rustiger aan te doen hier. Shell kreeg ook last van zijn nek, dus we hebben even geen uitstapjes gemaakt. Hoeft ook niet altijd. We werden hier wel verrast door iets wat we echt totaal niet hadden verwacht in Bolivia. Er wonen hier nog afstammelingen van de Afrikaanse slaven die hier ooit zijn heen gehaald. De Afro-Bolivianen, zoals deze gemeenschap wordt genoemd, leven met ongeveer 25.000 man verspreid over verschillende streken van Bolivia, voornamelijk in de Yungas. Was toch wel heel bijzonder om dat te zien, donkere dames in Boliviaanse kledij.

Na 4 nachtjes gingen we weer terug naar La Paz. En wat we daarna gedaan hebben lees je in mijn volgende verslag.

Foto’s

4 Reacties

  1. Mel:
    22 maart 2016
    Jaaaa he he, wat een heerlijk verhaal weer. Ik begon t al te missen
  2. Jaline:
    23 maart 2016
    Wat een mooi verhaal weer om te lezen en ja zeer verstandig dat jullie van te voren niet aangegeven hebben die gevaarlijke fietstocht te gaan maken, had de hele dag met gevouwen handen gelopen... LiefsXx
  3. Ed:
    23 maart 2016
    Janira, wat kan je lekker vertellen!!
    En ik ben trots op jullie als dit allemaal lees, vooral dat spaans. wat goed!
    Blijf op jullie hoede Dikke KUS> Ed
  4. Fleur:
    30 maart 2016
    Leuk om te lezen!!!
    En doodeng....iieeeeeeh!!!
    Take care en dikke kussen voor jullie allebei! ❤️